2.3 De Letterzetter: hiëroglyfen van het verdwijnen  


2224 woorden, leestijd: 12 minuten


De letterzetter laat als een seriemoordenaar zijn handtekening na in het dode hout. Het lijkt wel of hij een gecodeerde boodschap voor ons achterlaat in zijn slachtoffers. De gangen die hij graaft onder de schors van de sparren doen sterk aan vreemde letters of hiëroglyfen denken. Maar zijn deze kevertjes wel de echte doodsgravers, of zijn wij het die de omstandigheden hebben gecreëerd voor deze slachtpartij? Ik heb er één gevangen, opgesloten in een glazen buisje. Hij staat op mijn werktafel in mijn atelier en steeds opnieuw stel ik hem deze vraag, maar een duidelijk antwoord komt er niet.


2.3.1 Hunger of the Pine


In de reeks Hunger of the Pine staat de minuscule Letterzetter als hoofdpersonage centraal. Deze schorskever is verantwoordelijk voor de verdwijning van naaldbosbestanden overal ter wereld, en helaas ook hier bij ons. De Letterzetter is er altijd geweest, maar door de klimaatopwarming en de aanhoudende droogte krijgt hij op de reeds verzwakte bomen steeds makkelijker vrij spel. De zachte winters doen op hun beurt de kevers in grotere getale overleven. Hele naaldbossen (vooral sparren en grove dennen zijn gevoelig) worden vernietigd door deze kleine veelvraat die zich nestelt precies op de meest gevoelige plek van een boom, tussen de schors en de stam, waar water en voedzame stoffen worden getransporteerd. De boom verliest zijn schors en sterft onverbiddelijk af. Besmettingen dragen zich razendsnel over op andere bomen en de mens staat radeloos tegen de onverbiddelijke opmars van een wezen van amper een halve centimeter groot.

De letterzetter (Ips typographus) is een kever uit de familie schorskevers. Het is een insect dat zich tegoed doet aan de schors van naaldbomen, waardoor de bomen sterk worden aangetast en uiteindelijk afsterven. De populatie van dit kleine zwarte kevertje groeit sterk aan in onze gebieden, waardoor hele sparrenbossen in ijltempo besmet raken en afsterven.


Hunger of the Pine, toont een fragment van een bos waar ik van klein af aan een sterke band mee heb maar dat de laatste jaren sterk gehavend is door deze gecombineerde impact van een parasiet (De Letterzetter) en de door de mens veroorzaakte aanhoudende droogte en klimaatopwarming. De monumentale print, die de grenzen tussen fotografie en schilderkunst opzoekt, is speciaal voor deze ruimte gecreëerd. Door het aanwezige licht in de ruimte zal de print ook langzaam vervagen, om uiteindelijk volledig te verdwijnen. Zo blijft er net als bij de naaldbomen niet meer dan een herinnering over.  


Ik neem afscheid van een gebied dat ik associeer als mijn habitat. Een veilig toevluchtsoord om even te ontsnappen aan elke dag. Het is er nog, maar tegelijk ook niet meer. Het is een getuigenheuvel die grotendeels bestaat uit geologische afzettingen van ijzerzandsteen, van miljoenen jaren geleden. Het gemengde bos bestond uit gebieden met naaldbomen en loofhout. De aangeplante fijnsparren stonden erg dicht tegen elkaar, waardoor dit gedeelte aan de zuidflank van het bos erg donker en geborgen aanvoelde. De bodem was als een tapijt gevormd door een dikke laag sparrennaalden. Het maakte alles zachter. Elke voetstap klonk er haast gedempt, en de geur van hars wrong zich voorzichtig in je luchtwegen en zorgde voor een desinfecterende en kalmerende werking. Aan de noordkant ligt een racecircuit, waardoor er geregeld brullende motoren te horen zijn over het bos.

Ik kom op al op deze plek van toen ik een kind was. Eerst tijdens lange herfst-, winter-, lente- en zomerwandelingen met mijn ouders, daarna speelden we er vaak met de scouts, crosten we over de heuvel met onze fietsen of liep ik er doorheen met witte, afgesleten sportschoenen en korte broek. Het is vreemd hoe je sommige dingen herinnerd, en andere momenten vergeet, maar ik herinner me er een enige ontmoeting met een vos tijdens een looptocht. Onze blikken hebben elkaar enkele seconden gekruist, alvorens het dier weer verdween in de donkerte. Hij zei geen hallo en wou niet tam worden gemaakt[1], maar er was wel een gevoel van correspondentie. 

Het versterven van het bos startte haast onmerkbaar, maar onomkeerbaar. Enkele sparren stonden er mistroostig bij, en op hun afgeschilderde grauwe en bleke schors lekte er hars naar beneden dat witte striemen achterliet. Stukken schors begonnen af te schilferen en vielen op de met dennennaalden bedekte bodem, maar niets leek er op te wijzen dat de sparrendood zich zo snel door het bos zou verspreiden. Ook het ademhalen voelde anders. De typische frisse, kalmerende geur van hars die meestal over de dennenbossen hangt leek vervlogen. Door de aanhoudende droogte en de onafgebroken aanvallen van de schorskevers en de daar uitvloeiende stresssituaties, sturen de stervende dennen hectische geurboodschappen via feromonen door de lucht. De bomen roepen elkaar om hulp en schakelen hun chemische afweer in. Deze chemische afweer slaat op onze adem, laat de bloeddruk stijgen. Voelde ik me intuïtief onrustig? Heb ik onbewust deze onderhuidse stress gevoeld?[2]

Het duurde enkele maanden voor ik opnieuw het kaalgeslagen bos kon betreden. Hoe breng je het rouwproces van een verstorven bos in beeld? Hoe vindt je je weg als veel van je herkenningspunten, paden en richtingen verwoest zijn? Hoe baan je je een weg tussen de stukken schors, takken en stronken? 

Dit afscheid is maar een voorbode van een veel groter verlies: De haast totale verdwijning van de aangeplante fijnspar en grove den in onze contreien. Alleen al in Belgisch Limburg werden er vorig jaar duizenden bomen gekapt, en men gaat er van uit dat haast alle sparren besmet gaan geraken. 

Een jaar later en de dode dennen stapelen zich langs de Vlaamse wegen op. Ze kwijnen weg van de hitte en dorst, en de letterzetter geeft hen de genadeslag. Louis, nu bijna zes ondertussen, is begonnen met het verzamelen van dennenappels om later, als hij groot is, aan zijn kinderen te kunnen laten zien. “Het kan zijn papa, dat er geen dennebomen meer groeien dan. Dan gaan mijn kindjes later niet meer weten wat een dennenappel is, en daarom ga ik ze verzamelen.” Het is ongelooflijk om te zien, hoe dit kereltje de urgentie en tijdschalen weet te vatten, en ik begin mee resten van het bos en stukken schors te verzamelen voor later. Samen verzamelen we honderden stukken schors, waarin de tekening van de letterzetter is ingegraveerd. Tijdens onze fietstocht in de Limburgse bossen wordt de schade steeds meer en meer duidelijk. De dennen steunen nog een beetje op elkaar, maar ze hebben de hoop al opgegeven. Grijs, grauw en levenloos. Ook hier is de geur verdwenen.




Hunger of the Pine handelt over hoe we omgaan met dit verlies, en legt ook de complexe relatie bloot tussen ecologie en habitat. Die emotionele connectie, die gepaard gaat met het verlies van een landschap, wordt ook wel beschreven onder het neologisme solastalgia.[3] Het antwoord is nooit eenduidig, zo werden deze naaldbomen door de mens aangeplant in de 19e eeuw ten tijde van de tweede industriële revolutie. Deze plantages, bieden slechts een beperkte ecologische soortenrijkdom, en hun monocultuur is een uitnodiging voor ziektes en besmettingen. Tegelijkertijd hebben we voor deze beestjes de ideale omstandigheden geschapen door de klimaatopwarming niet aan te pakken.

De monumentale print van zes meter lang werd speciaal voor deze ruimte gecreëerd. Het beeld werd gemaakt door de combinatie van het anthotype procedé en een fotogram, een contactprint waarbij objecten rechtstreeks op het papier worden gelegd. Deze afdruk werd gemaakt met resthout van de afgestorven naaldbomen die op het een emulsie van de bessen van Amerikaanse vogelkers lagen. Wekenlang werd de print belicht en er ontstond zo een negatieve afdruk van de schaduwen van dit resthout.

De Amerikaanse Vogelkers werd net als de fijnsparren en grove dennen in onze regio uit economische redenen aangeplant als snelgroeiend vulhout tussen de naaldbomen. Hij verspreidde zich echter erg snel als omdat hij in Europa weinig tot geen natuurlijke vijanden heeft. Deze exoot staat, als er niet wordt ingegrepen, op het punt de plek in te nemen van de verdwenen naaldbomen. De emulsie, en ook het beeld weerspiegelen zo de transformatie van het ene landschap, naar het andere. In die zin is ecologie iets wat continue beweegt en reageert op onze handelingen. Toch blijft het verlies van deze bomen, een emotioneel afscheid.







[1]Saint-Exupéry, E. (2005) De Kleine Prins. Rotterdam: Donker Uitgeverij.

[2]Wohleben, P. (2016) Het verborgen leven van bomen. Wat ze voelen, hoe ze communiceren – ontdekkingen uit een onbekende wereld. Amsterdam: A.W. Bruna Uitgevers, pp. 198.

[3] Solastagia is een gevoel dat je overvalt wanneer je een stuk natuur verliest waarmee je een sterke emotionele band mee hebt door bijvoorbeeld de nadelige gevolgen van klimaatopwarming.

Dit kan leiden tot existentiële om emotionele stress. Solastalgia is eveneens de naam van het project van onderzoeker en kunstenaar Alexandra Crouwers die ook gefascineerd raakte door de tekens van de letterzetter en het rouwen om het landschap in haar artistieke praktijk verwerkte. Zie https://solastalgia.theappealoftheunreal.com/.