1.8 The Sustainist Gaze



2346 woorden, leestijd: 10 minuten

 
Naar nieuwe modi van -zien en zijn-


Schwarz en Krabbendam conceptualiseerden in hun Sustainist Design Guide het idee dat Sustainism als lens kan dienen voor het shiften van het perspectief op Social Designen de maatschappij.[1]De kracht van cultuur is volgens Schwarz en Krabbendam het delen van een collectieve visie op onze wereld en vanuit dat standpunt leven en handelen we. Daarom start een sustainist aanpak met een wisselen van perspectief op de wereld. Maar om een maatschappelijk paradigma te kunnen veranderen, is er niet alleen een verschuiving in een collectieve blik nodig, maar ook in denken, handelen en ethiek. Uit de methodiek en concepten van het Sustainist Design Manifest, gekoppeld aan de inzichten van Morton, Ingold, Guattari, Rancière en de bevindingen van mijn artistieke praktijk en onderzoek,[2] ontwikkelde ik een belangrijk, nieuw concept en methodologie voor mijn onderzoek: The Sustainist Gaze.


The Sustainist Gaze verwijst naar de constante zoektocht naar een vernieuwde, duurzame blik op onze habitat waarvan we een onlosmakelijk deel uitmaken. Deze blik probeert zich los te maken van de louter antropocentrische kijk op de wereld en probeert ook niet-menselijke perspectieven en tijdlijnen te betrekken in het ziensproces, en daardoor voorbij de aangeleerde blinde vlekken in ons zicht te kijken. De manier waarop we kijken naar onze omgeving, beïnvloedt ons denken en handelen -en omgekeerd-. We hebben immers dringend nood aan verbeeldingskracht, solidariteit en nieuwe culturele, technologische en wetenschappelijke inzichten om anders om te gaan met onze aarde, en daarbij moeten we rekening houden met alle actoren in onze samenleving+.[3]


De vraag is dus of een verandering in onze blik een hefboom kan zijn voor een andere, betere verhouding tot -en met- onze wereld, en op welke manier ik hiertoe kan bijdragen als dividu. Dat het denken zo verweven zit in dit onderzoek, komt omdat dat het niet-makkelijke kijken ontstaat vanuit een constante wisselwerking met het denken. Op dezelfde manier wordt het denken opnieuw gestuurd door het kijken als in een continue correspondentie en afstemming.  

The Sustainist Gaze probeert te vertrekken vanuit een niet vastgepind perspectief, een niet-zeker-weten, een inherente nieuwsgierigheid, verwondering en aarzeling. Het is een dwalende, onderzoekende en reflecterende blik die uitkijkt op het fysieke landschap, en tegelijk een introspectieve kijk op het mentale gebied en die ook de sociale relaties in het oog houdt tussen alle actoren. The Sustainist Gazebiedt daarom een antwoord op het ‘gemakkelijke zien’, dat een afgeleide vormt van het ‘gemakkelijke denken’ dat Timothy Morton conceptualiseerde.[4] Daarom is The Sustainist Gaze een actieve, onderzoekende en peinzende, deels onwetende vorm van kijken naar de wereld, en onze leefomgeving om nieuwe modi van zien, en zijn, mogelijk te maken. In deze is onze leefomgeving tegelijkertijd onze leeromgeving. Dit impliceert een meer nederige, twijfelende, positie waarin de mens, noch het individu, of het ego van de kunstenaar centraal staat, maar deel uitmaakt van een onlosmakelijk netwerk van organismen. Het loslaten, en ontleren, van een voornamelijk antropocentrische blik creëert ruimte voor nieuwe modi van -zien- en -zijn-.


Participatieve observatie

De Sustainist Gaze is sterk verwant met de participatieve observatie, een begrip ontleend aan de antropologie.[5] Volgens Tim Ingold, betekent observeren het waarnemen van je omgeving en proberen te achterhalen wat er gebeurt rond je, en met je. Niet alleen via visuele input, maar ook via gevoelens, door te luisteren, proeven en te voelen. Participeren betekent dan ook deelnemen aan het gebeuren samen met alle actoren van het studiegebied, en niet vanop een afstand passief toekijken om het te beschrijven. In die zin is participatieve observatie een actief onderzoekend gebeuren, waarbij er telkens een afstemming gebeurd tussen zien, deelnemen, reflecteren en peinzen.

Maar deelnemen en observeren is ook een vorm van leren, leven en spelen in het proces. Wat zo mooi is aan deze methodologie is dat je geen onderzoek maakt over -mensen- en -niet-mensen-, maar wel samen met hen. Het betekent niet het moeras vanop de zijlijn proberen te beschrijven, maar erin te duiken, je te laten onderdompelen, het modderige water in je lichaamsopeningen binnen krijgen en proberen te beschrijven hoe het proeft, ruikt en voelt. Weer opstaan en omschrijven welke modderfiguur je lichaam erin heeft achtergelaten. Het gaat over meespelen. Het is een noodzaak om smerig te worden, al dan niet poëtisch of in stijl. Maar smerig en bezoedeld moet je zijn.   

Participerend observeren betekent volgens Ingold nooit in controle zijn over de situatie, maar je vooral laten leiden door de gebeurtenissen, en andere parameters. Het niet in de hand hebben van de situatie, maakt je als onderzoeker kwetsbaar en onzeker omdat je niet kan weten welke gebeurtenissen er zich zullen vertrekken. Participerende observatie betekent dan ook een continu improviseren, aldus Ingold. Net deze onzekerheid, de nood voor een continue improvisatie maakt deze methodologie zo geschikt voor het ageren tegen het antropoceen, waar alles wankelt en kantelt.

De Sustainist Gaze is, net als de participatieve observatie, niet alleen gericht op directe visuele prikkels zoals we deze kennen van het digitale scherm dat zich zo alomtegenwoordig in onze cultuur en maatschappij heeft gevestigd en op ons netvlies staat ingebrand. De Sustainist Gaze maakt ruimte voor alle zintuiglijke waarnemingen, gevoelens en verstrengelingen in de observatie. Net zoals een kind niet-lineair de wereld ontdekt, met het zicht, de tast, het gehoor, de geur en de smaak. De Sustainist Gaze registreert niet alleen het nu, maar ziet tegelijkertijd ook het verleden en een mogelijke toekomst. Dit meervoudig perspectief dat menselijke tijdschalen kan overstijgen, en zich wentelt in zowel Chronos, Aion en Kaïros, maakt een complexe gewaarwording mogelijk die niet alleen op het visuele is gericht, maar een dwalend amalgaam vormt van actieve zintuiglijke en rationele processen.

Het is geen scherp gefocuste blik, maar een blik die twijfel en verwondering omvat. We verwachten maar al te vaak duidelijk afgebakende grenzen en binaire tegenstellingen in onze hedendaagse westerse cultuur, zonder plaats voor twijfel. Maar in een ecologische herschikte cultuur zijn de randen veel vager, dan die in een met data volgepropte Excel-tabel. Er is geen duidelijke afbakening tussen leven en dood, tussen plant en dier, tussen ratio en gevoel. Het is misschien dit soort pluraliteit en openheid in onze perceptie, verbonden met een menselijke nederigheid en bereidwilligheid voor dialoog met alle actoren in onze habitat die we nodig hebben in een vernieuwde visie op onze wereld en onszelf.

Tegelijkertijd zie ik de Sustainist Gaze niet als een neutrale manier om het antropoceen te beschouwen, maar vraagt het impliciet om actie, en is in die zin activistisch en politiek. Om de Sustainist Gaze te kunnen incorporeren in je blikveld is er immers een inspanning vereist om oude modellen te ontleren, nieuwe paden te zoeken en durven te verdwalen. Het betekent niet alleen zien, maar ook zijn, willen-zien en willen-zijn. Anderen willen zien. Anders denken, en anders willen-denken. Het is een rigoureuze poging om te ageren tegen het antropoceen, het binaire agri-logistieke denken, het gemakkelijke denken, en alle consequenties die deze verouderde modellen veroorzaken. Daarnaast streeft het om alle actoren die zich in onze blinde vlekken bevinden zichtbaar te maken en het handelingsvermogen te erkennen van planten, dieren en andere niet-mensen. Het zichtbaar maken, en handelingsvermogen toekennen aan genegeerde actoren is een politiek proces, aldus Rancière. Kunst die de aandacht vestigt op een genegeerde actor is volgens hem dan ook inherent politiek van aard.

Ingold stelt dat antropologische methodes stroken met deze van bepaalde kunstenaars, en ik kan beamen dat ik me volledig thuis voel in zijn stelling.


‘Art that is anthropological, in my terms, is characterized -as anthropology- by generosity, open endedness, comparison and criticality. It is inquisitive rather than interrogative, offering a line of questioning rather than demanding answers; it is attentional, rather than fronted by prior intentions, modestly experimental rather than brazenly transgressive, critical but not given over to critique. Joining with the forces that give birth to ideas and things, rather than seeking to express what is already there, art that is anthropological conceives without being conceptual. Such art rekindles care and longing, allowing knowledge to grow from the inside of being in the correspondences of life.’ [6]

Tim Ingold, Anthropology and/as Education, 2018


Het kijken als hefboom voor emancipatie

De Sustainist Gaze vormt een uitnodiging voor anderen om mee vanuit dit perspectief te dwalen, te ontdekken en te onderzoeken in de fysieke, mentale en sociale ecologische ruimte.[7] Anders leren zien en ervaren heeft implicaties op ons denken, handelen en ontwerpen. Hierdoor kan een Sustainist Gaze dan ook een hefboom zijn om naar een duurzamere toekomst toe te werken, maar dan wel aarzelend, zoekend, aftastend en in een continue dialoog met onze omgeving. Nieuwe wetenschappelijke, filosofische, maatschappelijke, educatieve en artistieke inzichten kunnen ons helpen in het vinden van deze nieuwe perspectieven en uitkomsten.

Recent wetenschappelijk onderzoek heeft immers bevestigd dat het menselijke individu in combinatie met onze vrije wil wordt overschat in onze liberale westerse samenleving. Als mensen zijn we immers geen enkelvoudige individuen, maar eerder complexe ecosystemen die bestaan uit miljoenen bacteriën en andere micro-organismen. Deze leven niet alleen in ons lichaam, maar bepalen ook veel psychologische parameters, waaronder cognitieve functies zoals besluitvorming, het vastleggen van informatie en het maken van herinneringen. We kunnen niet over ecologie spreken vanop een afstand, omdat we er onlosmakelijk deel van zijn. Als we het wel pogen te doen, lijken we van onszelf te vervreemden. Hier vinden we het concept van de vreemde vreemdeling van Morton in terug.[8]


Het begrip eenzaamheid krijgt vanuit dit perspectief ook een volstrekt geheel nieuwe betekenis. We zijn tenslotte nooit alleen. Door te erkennen dat mensen geen rationele beslissingen nemen als autonome individuen, of ego’s, maar dat ook bacteriën en micro-organismen in onze onderbuik ons denken en handelen beïnvloeden, kunnen we niet anders dan toegeven dat we een pluraliteit van organismen zijn, onderdeel van een groot netwerk met andere organismen. Luister volgende keer goed wat de bacteriepopulatie in je onderbuik je te vertellen heeft.[9]We zijn, geen individu, maar een ecologie op onszelf, in een groter ecologie, onlosmakelijk verstrengeld in en rond elkaar. Een vreemde vreemdeling voor onszelf en een gastheer voor anderen. Ook al klinkt het haast griezelig en donker, dit inzicht kan ons misschien het nodige zetje in de omgekeerde richting geven.

Ecognosis.[10]


Timothy Morton schrijft over deze vreemde verstrengeling in zijn boek Ecologisch wezen.[11] Ecologisch bewustzijn komt volgens hem neer op het erkennen dat er wezens zijn die anders zijn dan wie je bent, en met wie je samenwoont. Je woont er zelfs mee samen in je eigen lichaam. Zodra je dat hebt gedaan, is er geen verdere ontkenning meer mogelijk. Stel je voor dat je een bezoeker van een landschap bent, vervolgens als bewoner van het landschap en uiteindelijk als een onlosmakelijk onderdeel van het landschap. Jij bent het landschap. Het landschap lost uiteindelijk op omdat er geen onderscheid meer is tussen jou en je omgeving. Je bent een ecologisch wezen. Deze overgang stelt je in staat om de wereld waarin je leeft, dat ben jij, op een heel andere manier te ervaren, te zien. Deze inzichten, gekoppeld aan het werken met organische pigmenten en zonlicht lieten me het landschap, onze habitat in een ander licht bekijken en weergeven. Alsof iets wat eerst statisch lijkt, plots in beweging komt en je niet meer enkel de schaduwen in de grot van Plato ziet, maar de hele ecologische mikmak.

Begrippen als 'natuur' en 'landschap', zoals we ze gebruiken in onze dagelijkse interacties, veranderen zo van een statische, platte achtergrond waarvoor de mensheid zowel haar beste als slechtste theater speelt, in een wervelend, vloeiend, bolvormig, ecologisch en donker spektakel. Als je de zelfingenomen hoofdrol van je eigen mensheid wegneemt, neemt een eindeloze hoeveelheid nieuwe verhaallijnen en rollen die voorheen onzichtbaar waren zijn of haar plaats in. Dit bewustzijn is zowel expansief, maar ook donker en beangstigend. We hebben ons voorgesteld dat we al zo lang bovenaan de evolutieladder zaten, maar we zullen nu moeten toegeven dat we deel uitmaken van een groter ecologisch geheel zonder strikte hiërarchie, maar met een oneindig aantal verbindingen en verbanden. Een samenleving+.

Hoewel we wezenlijk verschillen van planten, insecten, bacteriën, en zelfs chimpansees, delen we ook onwezenlijk veel gelijkenissen, waardoor het idee van de verouderde hiërarchische principes naar de prullenbak mogen. De participatieve observatie, zo stelt Ingold, legt de nadruk niet op de verschillen maar op het samenzijn.[12]De anderen zijn anderen, maar we delen onze grond en zijn reizigers in dezelfde wereld. We zijn onlosmakelijk verbonden, en delen dezelfde bouwstenen. De Sustainist Gaze maakt, net als de participerende observatie, ruimte om anders onzichtbare relaties tussen verschillende organismen te ervaren, en verhaallijnen bloot te leggen. Dit meervoudigheidsperspectief van niet alleen kijken naar, maar ook het inherent ervaren onze habitat, en ermee participeren maakt een complexe gewaarwording en observatie mogelijk. Het is misschien net deze pluraliteit, verbonden met een meer menselijke nederigheid, die nodig kan zijn voor een vernieuwde visie op de wereld.












[1] Schwarz, M., Krabbendam, D. (2013) Sustainist Design Guide: How Sharing, Localism, Connectedness and Proportionality are creating a New Agenda for Social Design. Amsterdam: BIS Publishers, p. 23.

[2] Schwarz, M., Krabbendam, D. (2013) Sustainist Design Guide: How Sharing, Localism, Connectedness and Proportionality are creating a New Agenda for Social Design. Amsterdam: BIS Publishers;

Morton, T. (2018) Duistere ecologie. Amsterdam: Boom Uitgevers; Ingold, T. (2018) Anthropology and/as Education. Londen: Routhledge, pp. 32-35;

Guattari, F. (2000) The Three Ecologies. Londen: The Athlone Press; Rancière, J. (2018) De onwetende meester. Vijf lessen over intellectuele emancipatie. Leuven: Acco.

[3]Samenleving betekent niet enkel het samenleven van mensen onderling, maar het samenleven met alle actoren van onze planeet. Vandaar spreek ik in mijn onderzoek van een samenleving+.

[4]Morton, T. (2018) Duistere ecologie. Amsterdam: Boom Uitgevers, p. 21.

[5] Ingold, T. (2018) Anthropology and/as Education. Londen: Routhledge, pp. 32-35.

[6] Ingold, T. (2018) Anthropology and/as Education. Londen: Routhledge, p. 65.

[7] Guattari, F. (2000) The Three Ecologies. Londen: The Athlone Press.

[8] Morton, T. (2018) Ecologisch wezen. Utrecht: Uitgeverij Ten have, p. 206.

[9]  Montiel-Castro, A.J. et al. (2013) ‘The microbiota–gut–brain axis: neurobehavioral correlates, health and sociality’. Frontiers in Integrative Neuroscience, 7, https://doi.org/10.3389/fnint.2013.00070.

[10] Morton, T. (2018). Duistere Ecologie. Amsterdam: Boom Uitgevers, p. 164.

[11]Morton, T. (2018) Ecologisch wezen. Utrecht: Uitgeverij Ten have, p. 206.

[12] Ingold, T. (2018) Anthropology and/as Education. Londen: Routhledge, p. 67.